Terug naar kantoor en mobiliteitsbudget: einde van de tussenkomst in huisvestingskosten?

18 november 2025 door
Beci Community

Het mobiliteitsbudget biedt werknemers de mogelijkheid om hun bedrijfswagen, of het recht daarop, in te ruilen voor een jaarlijks budget dat over drie pijlers kan worden verdeeld, met als doel duurzamere mobiliteit te bevorderen. Een van deze pijlers maakt de financiering van huisvestingskosten mogelijk, op voorwaarde dat de woning zich binnen een straal van 10 km van de gebruikelijke werkplek bevindt. Als de werknemer het grootste deel van zijn tijd thuis werkt, kan de woonplaats van de werknemer worden beschouwd als de gebruikelijke werkplek en kan de werknemer zijn mobiliteitsbudget gebruiken om deze huisvestingskosten te financieren. Nu veel bedrijven terugkeren naar kantoor en telewerken beperken, rijst de vraag: kan de werknemer zijn mobiliteitsbudget nog steeds gebruiken voor zijn huisvestingskosten?

Mobiliteitsbudget: kort overzicht van het concept

Het mobiliteitsbudget is een bedrag dat de werknemer van zijn werkgever ontvangt ter compensatie van het feit dat hij afstand doet van de bedrijfswagen waarover hij of  beschikte of waarop hij aanspraak kon maken.

De werknemer kan dit budget vrij gebruiken en verdelen over drie verschillende pijlers (of volledig in één pijler gebruiken) uit de pijlers die de werkgever aanbiedt:

  • 1e pijler​: e​en milieuvriendelijke bedrijfswagen;
  • 2e pijler: duurzame vervoersmiddelen, met inbegrip van huisvestingskosten (huur, rente en afschrijving van hypothecaire leningen) en/of de derde pijler;
  • 3e pijler: een resterend saldo.

Het mobiliteitsbudget is een aantrekkelijk instrument omdat het een gunstig fiscaal en sociaal stelsel geniet. Zo zijn de keuzes die een werknemer in de 2e pijler maakt, vrijgesteld van belasting en sociale zekerheidsbijdragen.

Bijgevolg wordt de tweede pijler en vooral de mogelijkheid om het mobiliteitsbudget toe te wijzen aan huisvestingskosten vaak door werkgevers aangeboden om de werknemer een hoger nettobedrag te laten genieten.

Hoewel de maatregel nog niet in een wet is vastgelegd, is de federale regering van plan om werkgevers vanaf 2026 te verplichten een mobiliteitsbudget aan te bieden aan alle werknemers die beschikken over of recht hebben op een bedrijfswagen.

Huisvestingskosten en het begrip ‘gebruikelijke werkplek’

De mogelijkheid om het mobiliteitsbudget (of een deel daarvan) te besteden aan de betaling van huisvestingskosten is afhankelijk van het feit of de woonplaats van de werknemer zich binnen een straal van 10 km (in vogelvlucht) van de gebruikelijke werkplek van de werknemer bevindt.

De wet definieert het begrip ‘gebruikelijke werkplek’ niet, maar de administratie beschouwt dit als de plaats waar de werknemer het grootste deel van zijn prestaties verricht.

Bovendien wordt de gebruikelijke werkplek per kalendermaand bepaald. Als er in eenzelfde kalendermaand meerdere gebruikelijke werkplekken zijn, is de gebruikelijke werkplek voor die maand de plaats waar het grootste deel van de arbeidsuren in die maand is gepresteerd.

Met de algemene verspreiding van telewerken in de afgelopen jaren kan de gebruikelijke werkplek van een werknemer zijn woonplaats zijn, op voorwaarde dat de werkgever dit kan rechtvaardigen. In dat geval is automatisch aan de voorwaarde inzake afstand voldaan, aangezien de woonplaats samenvalt met de werkplek.

Terug naar kantoor: risico op verlies van voordeel

Nu veel bedrijven hun werknemers geleidelijk weer naar kantoor laten terugkeren, wordt de situatie complexer.

Neem bijvoorbeeld een werknemer die voornamelijk thuiswerkt en zijn mobiliteitsbudget besteedt aan zijn woonlasten. De woonplaats van deze werknemer wordt beschouwd als zijn gebruikelijke werkplek. Als deze persoon voortaan vaker naar de bedrijfsruimten moet gaan, kunnen deze worden beschouwd als zijn gebruikelijke werkplek. Als deze zich op meer dan 10 km van zijn woonplaats bevinden, kan de werknemer zijn mobiliteitsbudget niet langer besteden aan zijn huisvestingskosten. Het deel van het mobiliteitsbudget dat toch aan zijn huisvestingskosten wordt besteed, komt niet langer in aanmerking voor het gunstige fiscale en sociale stelsel dat van toepassing is op de tweede pijler van het mobiliteitsbudget.

Het is dus in het belang van bedrijven om een proactief beheer van het mobiliteitsbudget te voeren om mogelijke misverstanden bij de terugkeer van telewerkers naar kantoor te voorkomen.

Door Maxime Nyamabu, Associate Altius


Meer weten over de Talents-community van Beci? Klik hier.


Deel deze post